BEAVIS & BUTT-HEAD: "TV RULES!"

Twee keer in de week zijn ze op het muziekstation MTV te bewonderen. Beide animatiefiguren symboliseren de welbekende `verloren' TV-generatie: bijzonder lelijk geschapen en schoolhatende pubers die hun idolen vinden in rockbands, alleen maar televisie kijken en aan niets anders denken dan "chicks in tight shorts".
    De combinatie van hardrocker en een leeftijd van 15 jaar staat meestal garant voor een vrij lage rangschikking op de sociale populariteitsschaal onder jongeren. Toch zijn Beavis en Butt-head in the real world uitermate geliefd. Het zijn de anti-helden van deze tijd waarin de gemiddelde kijker waarschijnlijk iets vindt waar hij of zij weemoedig naar verlangt: obscurantisme, simplisme en seksisme. Obscurantisme in die zin dat alles wat ze niet begrijpen een norm wordt voor niet cool of behoorlijk slecht. ("This video is complicated... Yeah, and it sucks too!") Vooral clips met woorden of heuse montage-experimenten krijgen er genadeloos van langs. Simplisme, omdat de videoclips en heel de hen omringende wereld of cool is of niet. De scheidslijn die zij hanteren wordt na een aantal malen kijken snel duidelijk : duistere clips met veel bloed, vuur en babes bevatten de juiste ingrediënten en scoren gigantisch ("This video kicks ass!"); gelikte videos met een hoog dork of woss gehalte aan zogenaamde sterren krijgen de hardste, afkeurende krijsovaties. Dit simplistisch denken lijkt bij beide tv-die hards verheven te worden tot de enige morele code die ze naleven en waar geen enkele herbezinning bij te pas komt. ("When something is cool, why change?") Seksisme, want Beavis en Butt-head hebben continu hun scanner paraat voor ontbloot vrouwelijk schoon. Ook hierbij komt het puberale gedrag om de hoek kijken. Het aanschouwen van onverwachte close-ups van erogene zones - zelfs met kleding bedekt - is voldoende om hun oogjes tot volle wijdte te sperren en wat dichter naar het beeldscherm te schuiven.("Chicks ahoy, dude!") Net zo wanneer je tegen een kleuter `poep' zegt.
    Een andere verklaring voor hun populariteit is wellicht het meekijken naar televisie of in dit geval videoclips. Een fenomeen dat bij andere media al aardig is ingeburgerd. Zo geeft Jack Spijkerman bij menig nummer op de radio een flinke ruk aan de trekker van een stortbak. Of de rubriek `Van de bank af gezien' in de Volkskrant, waarbij je tevens je political correctness kunt meten. Maar op televisie wordt dit fenomeen voor de Nederlandse kijker alleen van `Zomergasten' (VPRO) bekend geacht. Het betreft in deze gevallen echter bijna altijd `bekende' Nederlanders met intellectuele pretenties en een misplaatste distantiëring van het o zo cultuurarme medium televisie.
    Bij Beavis en Butt-head niets van dit alles. Zij benadrukken juist de aantrekkelijkheid en daarmee de populariteit van televisie. Dat geldt voor mensen die of weinig geld ter recreatie te besteden hebben, of over geringe intellectuele capaciteiten beschikken, moeilijk tot fysieke inspanning komen, een gefragmenteerde vrijetijdsindeling hebben, of combinaties hiervan. Beavis en Butt-head gaan een stapje verder en drijven het tweede criterium ten top: zij kijken niet alleen naar de door hen gekozen clips - de afstandsbediening is oppermachtig - maar beoordelen deze ook voor de kijker. Een prachtvoorbeeld van wat good old Marshall McLuhan bedoelde met `technologisch geweten' in zijn poging de media te doorgronden. De selectiemechanismen van de media hebben een soort effect van `wat niet getoond wordt, bestaat niet', maar dragen daarmee impliciet een oordeel uit. Bij de extraverte Beavis en Butt-head gebeurt dit expliciet en vormt de spil van hun bestaan. Het maakt het programma tot ultieme ontspanning en vermaak.
    Om aan te tonen dat tv-verslaafdheid niet tot een isolement leidt, waarbij de huiskamer alleen verlaten wordt om een blik pils te pakken en ieder weldenkend en vredelievend mens tot een geflipte psycho zou evolueren, beleven Beavis en Butt-head allerlei buitenhuiselijke avonturen. Ze blijven keurig in hun rol, hun zojuist geschetste wereldvisie en referentiekader blijven volledig intact. Maar het is nog veel erger. De aanleidingen om de televisie even te laten voor wat ze is, komen juist van de televisie. Het is meestal Butt-head die na het zien van een banale actie een wolkje boven zijn hoofd krijgt waarin een gloeilampje verschijnt. Het doorslaan van het bolletje is teken om het idee in de praktijk te brengen. Aangezien dit vaak ondernemingen zijn die uitdraaien op letsel van elke denkbare soort, kan dit absoluut niet door de Amerikaanse beugel. De "Don't try this at home, kids! They're just cartoons"-waarschuwing die elke Beavis en Butt-head aflevering voorafgaat, doet voor Europese standaarden wat overdreven aan. Des te meer, omdat de halsbrekende toeren nooit thuis voor de buis gebeuren. Hun avonturen geven juist blijk van de gedachte dat televisie kijken niet tot passiviteit leidt.
    Het is zelfs vrij snugger van MTV om twee cartoonfiguren als boegbeeld te laten fungeren. Supersterren uit de popmuziek zijn tegenwoordig ook niet meer te vertrouwen. Maar laten we geen namen noemen. Want ook Beavis en Butt-head zijn big bucks: een CD en een film die komende zomer uit zal komen. Het schijnt dat de Kings of Popular Culture, na Wayne en Garth van hun troon te stoten, wat betreft merchandising zelfs Jurrasic Park in hun stof laten bijten. ("We're there, dude!")
    De heren cultuurcritici zullen hun denigrerende bezwaren - berustend op de hogere ethiek en esthetica - wel klaar hebben liggen, maar het is en blijft prachtige televisie. Beavis en Butt-head lijken geen problemen met hun bestaan te hebben. Op de vraag wat het doel van hun leven is in een van de cartoons, antwoorden ze verbaasd: "This is our purpose!"

Erwin van der Zande

[gepubliceerd in Blvd. 3, maart 94]