Leonardo DiCaprio en Kate Winslet zijn weer bij elkaar sinds Titanic en het loopt weer niet goed af. Het grote drama heeft echter plaatsgemaakt voor de kleine tragedie: vastzitten in een modaal leven terwijl je dacht dat je speciaal was. Regisseur Sam Mendes fileert in Revolutionary Road het burgerlijke bestaan in de buitenwijken nog fijner dan hij al deed in American Beauty. Stiller ook en des te pijnlijker. De hoofdpersonages komen er niet uit. Ze hebben geen fantasie en geen durf. Hopelijk de kijker wel. Aanrader.
Frost/Nixon – Spannend schaakspel
Ik heb wel iets met Amerikaanse presidentenfilms. JFK, W., Nixon, eh, The American President. Je kijkt een kijkje achter de schermen van de machtigste man op aarde, zij het gedramatiseerd. Bij Frost/Nixon hoefde regisseur Ron Howard, die bekend werd als acteur in de tv-serie Happy Days, weinig te dramatiseren. De film is een retelling van de serie televisie-interviews die de afgezette president Richard Nixon gaf in 1977 aan de Britse tv-presentator David Frost. Politiek gezien was Frost een vedergewicht en Nixon een grootmeester. Frost was echter geboren voor televisie, in tegenstelling tot de gehate Nixon. Die spanning is schitterend in beeld gebracht. Nixon zwicht uiteindelijk voor Frost, hij knakt en biedt het Amerikaanse publiek zijn langverwachte verontschuldigingen aan. De Oscar-nominatie voor Nixon-vertolker Frank Langella is dik verdiend.
The Wrestler – Piece of meat
Wat JCVD was voor Jean-Claude Van Damme, is The Wrestler voor Mickey Rourke. De 52-jarige acteur speelt een Amerikaanse worstelaar in de nadagen van zijn carriere. Niets heeft hij meer behalve het worstelen. Hij negeert zijn dochter en heeft een zwak voor een stripper, gespeeld door de 44-jarige maar nog altijd sexy Marisa Tomei, die hij betaalt voor lapdances. De wending is een hartaanval, waarna hij niet meer mag worstelen. Zijn geluk lijkt te keren. Hij benadert zijn dochter, boekt progressie bij Tomei en vindt een gewone baan. Bij de eerste tegenspoed geeft hij echter op. Hij keert terug naar de ring en naar het publiek, de enige familie die volgens hem van hem houdt. Tragisch.
Regisseur Darren Aronofsky, die we kennen van Pi en Requiem for a Dream, heeft een klein juweel neergezet. Je krijgt een mooi beeld van de worstelwereld. Die van gymzaaltjes en buurtgebouwen welteverstaan, niet de grote stadions. Je krijgt ook een mooi beeld van Rourke. Zijn gezicht vertelt zijn verhaal. De knappe jonge acteur die na een bokscarriere in de jaren negentig zijn gezicht verloor aan botox. En nog weet hij de kijker te raken: ‘I’m an old broken down piece of meat and I deserve to be all alone, I just don’t want you to hate me.’