Google is een goede zoekmachine en een van de succesvolste websites ooit, maar is vooral een publiekslieveling. Het verhaal begint in september 1998 als de Stanford studenten Larry Page en Sergey Brin van hun studieproject, vernoemd naar het getal googol (een 1 met 100 nullen), een bedrijf maken met behulp van investeerders. Een typisch Silicon Valley verhaal dat veel overeenkomsten vertoont met dat van Yahoo. Wat opvalt aan de site is de eenvoudige vormgeving: zwarte platte tekst op een witte achtergrond en een simpel maar vrolijk gekleurd logo. Niks geen toeters en banners, nee, keep it simple stupid. Mensen komen er om te zoeken en dat doet Google van meet af aan beter dan zijn concurrenten in die tijd zoals Alta Vista, Lycos en Hotbot. Centraal bij Google staat de PageRank. Deze zoekmethodologie gaat uit van het karakter van het web en gebruikt het linken als indicatie voor de waarde van een pagina. Hoe hoger de waarde, des te hoger de pagina opduikt in de zoekresultaten op een bepaald trefwoord. Google sluit hiermee naadloos aan op de opkomst van de weblogs, die niets anders doen dan linken. Google wordt in de blogsubcultuur opgenomen als boegbeeld. En als speelterrein, getuige het Google Whacking, Google Grokking en de Google Bombs. De laatste toont aan dat PageRank zowel de kracht als de achilleshiel is van Google. Het bedrijf breidde in de afgelopen jaren gestaag zijn diensten uit en zoekt anno januari 2004 in ruim 3,3 miljard pagina's, maar bleef altijd dichtbij zijn leest. AdWords brachten geld in het laatje en de acquisitie van Deja.com's Usenet archief, dat niet meer online stond, leverde veel goodwill op onder internetgebruikers. De publiekslieveling is inmiddels een grote speler geworden dat een serieuze bedreiging vormt voor twee andere: Yahoo en Microsoft. De eerste vanwege het zoeken en de nieuwsvoorziening, de tweede omdat Google met zijn Tool- en Deskbar de desktop is binnengetreden. De knapste prestatie wellicht is dat de naam synoniem is geworden voor zoeken op internet.