Karin Spaink (1957) is schrijfster, freelance journaliste en een fervent internetgebruikster. Vorige week verscheen haar nieuwe essaybundel M/V: Doorhalen wat niet van toepassing is over de gangbare opvattingen, vooroordelen en taboes rond de indeling in seksen, kinderporno, geweld door vrouwen en seks op internet. Het net stelde Spaink daarbij in staat obscure informatie te vinden, tot frustatie van de opmaakster van de bundel die zich geen raad wist met de url’s. |
"De opmaakster zat er maar mee. Voetnoten coderen voor zetwerk is geen enkel probleem, dat doet ze uiteraard vaker, maar al die url's... Dan had je zo'n lange, en wáár in godesnaam moest je die dan afbreken? En uitvullen mag niet, terwijl dat wel gebruikelijk is, dus die noten zagen d'r maar slordig uit vond ze. Zonder rechte kantlijnen aan beide zijden van de tekst. Maar het lukte, en ik geloof dat ze nog foutloos zijn ook.
Natuurlijk heb ik om informatie te verzamelen voor mijn bundel M/V - doorhalen wat niet van toepassing is boeken gekocht, en mijn artikelenarchief tot vervelens toe geraadpleegd. Vooral boekhandel Vrolijk had een goeie klant aan me, want Europa's grootste homoboekhandel heeft een uitstekende verzameling literatuur over transseksualiteit. Maar aangezien 'M/V' vooral gaat over de blinde vlekken in het bestaan, over de dingen die niemand wenst te zien omdat ze niet sporen met een standaard-idee over de werkelijkheid, is er over veel van de onderwerpen waarover ik wilde schrijven, per definitie weinig informatie te vinden. Haast niemand schrijft over seksueel geweld gepleegd door vrouwen. Bijna niemand weet wat 'interseksuelen' zijn. Te weinig mensen denken, net als ik, dat al dat gedoe rond kinderporno en het weren van seks en geweld op het net vooral een geweldige proeftuin voor nieuwe censuurmethoden is. Teveel mensen denken dat pedofilie gelijk staat aan het mishandelen en vermoorden van kinderen. Haast niemand hangt mijn cocktailtheorie aan: dat je mensen, hun verlangens, hun lichamen, hun daden niet zo simpel kunt indelen als de goegemeente denkt. Het net bood uitkomst. Want daar zijn de stemmen diverser, hoef je geen uitgever te vinden om iets te kunnen publiceren en hoef je niet eerst in de krant om je verhaal te vertellen. Op het net is immens veel obscure informatie te vinden - en omdat 'obscuur' zeker niet gelijk staat aan 'onbetrouwbaar', of 'onverifieerbaar', werd ik een vaste bezoeker van The Intersex Society of North America, van nl.support.transseksueel, van medische sites waar je opmerkelijke foto's kunt vinden van ambigue genitaliën (Ha! Die url ben ik nu natuurlijk kwijt), van de Electronic Frontier Foundation, en uitkeek naar elke nieuwe aflevering van SLAC, de Sex, Laws and Cyberspace mailinglijst. En vandaar ook dat, naarmate mijn boek vorderde, de hoeveelheid voetnoten die naar bronnen op het net verwezen, toenam. En zo kwam het dat de dame die mijn boek opmaakte ('boekverzorger' heet dat vak; dat klinkt altijd een beetje alsof iemand de tekst met een stofzuiger en boenlap te lijf gaat) al doende een kleine cursus internet kreeg. Maar boeken schrijven is niet alleen turen naar het scherm. In mijn geval hoort er muziek bij, zo hard mogelijk: als het stil is in huis komt er geen zinnige letter uit, bij mij. Daarom bestaat dit boek, evenals het merendeel van de voorgangers, ook bij gratie van de Swans en Einstürzende Neubauten. Waarvan akte." |
© 1998 Planet Internet. Alle rechten voorbehouden.