Netwerk van Haat
door Erwin van der Zande 18:11:97 Tijdens een conferentie van de Verenigde Naties vorige week over racisme op internet maakte het Simon Wiesenthal Center bekend dat het aantal 'haat'-sites in een jaar is verdubbeld tot 600. Het betreft hier sites van individuen of organisaties die aanzetten tot racisme, neonazisme, antisemitisme, discriminatie of terrorisme. Volgens woordvoerder Marc Knobel van het centrum is online haat propaganda een groeigebied waarin extremisten vrij kunnen communiceren. "Aan internet hebben deze groeperingen een goedkoop instrument voor de marketing van haat en herrie schoppen." De haat verschijnt in allerlei gedaanten. Van haat jegens iedereen die niet blank is tot homoseksuelen. Neonazi's, in partijverband of individueel, delen online hun misselijke grappen en kunnen zonder enige restrictie beschikken over de tekst uit het verboden boek Mein Kampf van Adolf Hitler. Knobel deed tijdens de conferentie een dringend verzoek aan internetproviders om zulke sites van hun systemen te weren. Want verbieden kan lang niet altijd en overal. Veel van de sites die het centrum inventariseerde, bevinden zich in de Verenigde Staten waar de vrijheid van meningsuiting zwaar weegt. Zo zwaar zelfs dat toen de site van de revisionist Ernst Zündel, die beweert dat de Holocaust niet heeft plaatsgevonden, werd verbannen door zijn provider, verscheidene mirrors opdoken opdat men zijn mening maar kon blijven horen. Niet omdat de voorvechters van de burgerrechten het met Zündel eens waren, maar vanwege hun afkeer van censuur. Zij verwezen liever naar The Nizkor Project waar Holocaust-ontkenners worden geregistreerd. Of stemmen massaal tegen het oprichten van een nieuwsgroep als rec.music.white-power. Amerikaanse antiracisten vechten terug met hun belangrijkste wapen: voorlichting. Soms gaat dat noodzakelijkerwijs gepaard met eenzelfde fanatisme. HateWatch: "We believe the best way to fight this cultural poison is to face it head on." In menig Europees land is de vrijheid van meningsuiting niet zaligmakend. Zo is het in Nederland niet toegestaan om je discriminerend uit te laten, of dat nu mondeling, schriftelijk, of op internet is. Er staat een gevangenisstraf op van maximaal een jaar of een geldboete. Extreem-rechtse organisaties zijn daarom meer op hun hoede. De Centrum Democraten bijvoorbeeld weten inmiddels wat net wel en net niet gezegd, afgebeeld of geschreven mag worden: "De grenzen van ons overvolle land wagenwijd open voor Jan en Alleman." Desalniettemin wanen sommigen zich op internet in een vrijscheldzone. Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) schrijft in zijn eerste tussentijdse rapport: "Men weet dat het strafbaar is maar doet het toch, mogelijk vanuit de schijnbare anonimiteit van uitingen gedaan op internet." In de periode van maart tot eind augustus ontving MDI 46 meldingen van discriminatie. Bij 14 gevallen ging het inderdaad om discriminatie en werden verzoeken tot verwijdering verzonden. In alle gevallen werd daaraan gehoor gegeven. Het MDI heeft dan ook geen aangiftes hoeven te doen bij de politie. Dat lijkt mee te vallen. Woordvoerder Ronald Eissens: "Sinds augustus doen we echter ook zelf onderzoek en we hebben hier een lade vol met dossiers die naar het Openbaar Ministerie kunnen." Eissens is verbitterd over de medewerking van het Openbaar Ministerie (OM). "Men is erg traag in het afwerken van onze dossiers. De zaak Rinus Visser bijvoorbeeld loopt nog steeds. Dat duurt nu al twee jaar. Het excuus dat men nog te weinig ervaring heeft, gaat er bij mij niet meer in." Het meldpunt heeft recent de belofte gekregen dat er meer vaart achter wordt gezet. Eissens is uiterst skeptisch: "We zullen waarschijnlijk deze maand bij OM om de tafel gaan zitten en horen hoeveel jaar het deze keer gaat duren." |
© 1997 Planet Internet. Alle rechten voorbehouden.